Lidwoord voor beleid
1
het beleid o
aanwijzend voornaamwoord
dit beleid, dat beleid
dichtbij dit beleid
verder weg dat beleid
betrekkelijk voornaamwoord
het beleid dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun beleid
onbepaald voornaamwoord
elk beleid
buigings-e
het grote beleid, een groot beleid