Lidwoord voor benedictijn
1
de benedictijn m
aanwijzend voornaamwoord
deze benedictijn, die benedictijn
dichtbij deze benedictijn
verder weg die benedictijn
betrekkelijk voornaamwoord
de benedictijn die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun benedictijn
onbepaald voornaamwoord
elke benedictijn
buigings-e
de grote benedictijn, een grote benedictijn