Lidwoord voor beschaving
1
de beschaving v
aanwijzend voornaamwoord
deze beschaving, die beschaving
dichtbij deze beschaving
verder weg die beschaving
betrekkelijk voornaamwoord
de beschaving die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun beschaving
onbepaald voornaamwoord
elke beschaving
buigings-e
de grote beschaving, een grote beschaving