Lidwoord voor bevolkingsdichtheid
1
de bevolkingsdichtheid v
aanwijzend voornaamwoord
deze bevolkingsdichtheid, die bevolkingsdichtheid
dichtbij deze bevolkingsdichtheid
verder weg die bevolkingsdichtheid
betrekkelijk voornaamwoord
de bevolkingsdichtheid die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bevolkingsdichtheid
onbepaald voornaamwoord
elke bevolkingsdichtheid
buigings-e
de grote bevolkingsdichtheid, een grote bevolkingsdichtheid