Lidwoord voor bevrijder
1
de bevrijder m
aanwijzend voornaamwoord
deze bevrijder, die bevrijder
dichtbij deze bevrijder
verder weg die bevrijder
betrekkelijk voornaamwoord
de bevrijder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bevrijder
onbepaald voornaamwoord
elke bevrijder
buigings-e
de grote bevrijder, een grote bevrijder