Lidwoord voor biowapen
1
het biowapen o
aanwijzend voornaamwoord
dit biowapen, dat biowapen
dichtbij dit biowapen
verder weg dat biowapen
betrekkelijk voornaamwoord
het biowapen dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun biowapen
onbepaald voornaamwoord
elk biowapen
buigings-e
het grote biowapen, een groot biowapen