Lidwoord voor blindengeleidehond

1

de blindengeleidehond m

aanwijzend voornaamwoord
deze blindengeleidehond, die blindengeleidehond

dichtbij deze blindengeleidehond

verder weg die blindengeleidehond

betrekkelijk voornaamwoord
de blindengeleidehond die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun blindengeleidehond
onbepaald voornaamwoord
elke blindengeleidehond
buigings-e
de grote blindengeleidehond, een grote blindengeleidehond