Lidwoord voor blues
1
de blues v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze blues, die blues
dichtbij deze blues
verder weg die blues
betrekkelijk voornaamwoord
de blues die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun blues
onbepaald voornaamwoord
elke blues
buigings-e
de grote blues, een grote blues