Lidwoord voor bouwwereld
1
de bouwwereld v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze bouwwereld, die bouwwereld
dichtbij deze bouwwereld
verder weg die bouwwereld
betrekkelijk voornaamwoord
de bouwwereld die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bouwwereld
onbepaald voornaamwoord
elke bouwwereld
buigings-e
de grote bouwwereld, een grote bouwwereld