Lidwoord voor brilslang
1
de brilslang v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze brilslang, die brilslang
dichtbij deze brilslang
verder weg die brilslang
betrekkelijk voornaamwoord
de brilslang die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun brilslang
onbepaald voornaamwoord
elke brilslang
buigings-e
de grote brilslang, een grote brilslang