Lidwoord voor bruidsjurk
1
de bruidsjurk v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze bruidsjurk, die bruidsjurk
dichtbij deze bruidsjurk
verder weg die bruidsjurk
betrekkelijk voornaamwoord
de bruidsjurk die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bruidsjurk
onbepaald voornaamwoord
elke bruidsjurk
buigings-e
de grote bruidsjurk, een grote bruidsjurk