Lidwoord voor buiten
1
de buiten m
platteland
aanwijzend voornaamwoord
deze buiten, die buiten
dichtbij deze buiten
verder weg die buiten
betrekkelijk voornaamwoord
de buiten die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun buiten
onbepaald voornaamwoord
elke buiten
buigings-e
de grote buiten, een grote buiten
2
het buiten o
buitenplaats
aanwijzend voornaamwoord
dit buiten, dat buiten
dichtbij dit buiten
verder weg dat buiten
betrekkelijk voornaamwoord
het buiten dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun buiten
onbepaald voornaamwoord
elk buiten
buigings-e
het grote buiten, een groot buiten