Lidwoord voor chimère
1
de chimère v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze chimère, die chimère
dichtbij deze chimère
verder weg die chimère
betrekkelijk voornaamwoord
de chimère die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun chimère
onbepaald voornaamwoord
elke chimère
buigings-e
de grote chimère, een grote chimère