Lidwoord voor chocolademelk
1
de chocolademelk v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze chocolademelk, die chocolademelk
dichtbij deze chocolademelk
verder weg die chocolademelk
betrekkelijk voornaamwoord
de chocolademelk die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun chocolademelk
onbepaald voornaamwoord
elke chocolademelk
buigings-e
de grote chocolademelk, een grote chocolademelk