Lidwoord voor chronograaf
1
de chronograaf m
aanwijzend voornaamwoord
deze chronograaf, die chronograaf
dichtbij deze chronograaf
verder weg die chronograaf
betrekkelijk voornaamwoord
de chronograaf die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun chronograaf
onbepaald voornaamwoord
elke chronograaf
buigings-e
de grote chronograaf, een grote chronograaf