Lidwoord voor cinematheek
1
de cinematheek v
aanwijzend voornaamwoord
deze cinematheek, die cinematheek
dichtbij deze cinematheek
verder weg die cinematheek
betrekkelijk voornaamwoord
de cinematheek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun cinematheek
onbepaald voornaamwoord
elke cinematheek
buigings-e
de grote cinematheek, een grote cinematheek