Lidwoord voor composiet

1

de composiet v(m)

plant
aanwijzend voornaamwoord
deze composiet, die composiet

dichtbij deze composiet

verder weg die composiet

betrekkelijk voornaamwoord
de composiet die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun composiet
onbepaald voornaamwoord
elke composiet
buigings-e
de grote composiet, een grote composiet
2

het/de composiet o+v(m)

materiaal
aanwijzend voornaamwoord
dit composiet, dat composiet

dichtbij dit composiet

verder weg dat composiet

betrekkelijk voornaamwoord
het composiet dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun composiet
onbepaald voornaamwoord
elk composiet
buigings-e
het grote composiet, een groot composiet

aanwijzend voornaamwoord
deze composiet, die composiet

dichtbij deze composiet

verder weg die composiet

betrekkelijk voornaamwoord
de composiet die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun composiet
onbepaald voornaamwoord
elke composiet
buigings-e
de grote composiet, een grote composiet

Woorden die lijken op composiet