Lidwoord voor consensus
1
de consensus m
aanwijzend voornaamwoord
deze consensus, die consensus
dichtbij deze consensus
verder weg die consensus
betrekkelijk voornaamwoord
de consensus die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun consensus
onbepaald voornaamwoord
elke consensus
buigings-e
de grote consensus, een grote consensus