Lidwoord voor correctiewerk
1
het correctiewerk o
aanwijzend voornaamwoord
dit correctiewerk, dat correctiewerk
dichtbij dit correctiewerk
verder weg dat correctiewerk
betrekkelijk voornaamwoord
het correctiewerk dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun correctiewerk
onbepaald voornaamwoord
elk correctiewerk
buigings-e
het grote correctiewerk, een groot correctiewerk