Lidwoord voor déjà vu

1

het déjà vu o

aanwijzend voornaamwoord
dit déjà vu, dat déjà vu

dichtbij dit déjà vu

verder weg dat déjà vu

betrekkelijk voornaamwoord
het déjà vu dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun déjà vu
onbepaald voornaamwoord
elk déjà vu
buigings-e
het grote déjà vu, een groot déjà vu