Lidwoord voor dagafschrift
1
het dagafschrift o
aanwijzend voornaamwoord
dit dagafschrift, dat dagafschrift
dichtbij dit dagafschrift
verder weg dat dagafschrift
betrekkelijk voornaamwoord
het dagafschrift dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun dagafschrift
onbepaald voornaamwoord
elk dagafschrift
buigings-e
het grote dagafschrift, een groot dagafschrift