Lidwoord voor danspas
1
de danspas m
aanwijzend voornaamwoord
deze danspas, die danspas
dichtbij deze danspas
verder weg die danspas
betrekkelijk voornaamwoord
de danspas die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun danspas
onbepaald voornaamwoord
elke danspas
buigings-e
de grote danspas, een grote danspas