Lidwoord voor deurkruk

1

de deurkruk v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze deurkruk, die deurkruk

dichtbij deze deurkruk

verder weg die deurkruk

betrekkelijk voornaamwoord
de deurkruk die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun deurkruk
onbepaald voornaamwoord
elke deurkruk
buigings-e
de grote deurkruk, een grote deurkruk

Woorden die lijken op deurkruk