Lidwoord voor dichtwerk
1
het dichtwerk o
aanwijzend voornaamwoord
dit dichtwerk, dat dichtwerk
dichtbij dit dichtwerk
verder weg dat dichtwerk
betrekkelijk voornaamwoord
het dichtwerk dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun dichtwerk
onbepaald voornaamwoord
elk dichtwerk
buigings-e
het grote dichtwerk, een groot dichtwerk