Lidwoord voor dichter
1
de dichter m
aanwijzend voornaamwoord
deze dichter, die dichter
dichtbij deze dichter
verder weg die dichter
betrekkelijk voornaamwoord
de dichter die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun dichter
onbepaald voornaamwoord
elke dichter
buigings-e
de grote dichter, een grote dichter