Lidwoord voor dimschakelaar
1
de dimschakelaar m
aanwijzend voornaamwoord
deze dimschakelaar, die dimschakelaar
dichtbij deze dimschakelaar
verder weg die dimschakelaar
betrekkelijk voornaamwoord
de dimschakelaar die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun dimschakelaar
onbepaald voornaamwoord
elke dimschakelaar
buigings-e
de grote dimschakelaar, een grote dimschakelaar