Lidwoord voor dinsdag

1

de dinsdag m

aanwijzend voornaamwoord
deze dinsdag, die dinsdag

dichtbij deze dinsdag

verder weg die dinsdag

betrekkelijk voornaamwoord
de dinsdag die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun dinsdag
onbepaald voornaamwoord
elke dinsdag
buigings-e
de grote dinsdag, een grote dinsdag

Woorden die lijken op dinsdag