Lidwoord voor dodenmasker
1
het dodenmasker o
aanwijzend voornaamwoord
dit dodenmasker, dat dodenmasker
dichtbij dit dodenmasker
verder weg dat dodenmasker
betrekkelijk voornaamwoord
het dodenmasker dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun dodenmasker
onbepaald voornaamwoord
elk dodenmasker
buigings-e
het grote dodenmasker, een groot dodenmasker