Lidwoord voor drinker
1
de drinker m
aanwijzend voornaamwoord
deze drinker, die drinker
dichtbij deze drinker
verder weg die drinker
betrekkelijk voornaamwoord
de drinker die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun drinker
onbepaald voornaamwoord
elke drinker
buigings-e
de grote drinker, een grote drinker