Lidwoord voor epidemiologie
1
de epidemiologie v
aanwijzend voornaamwoord
deze epidemiologie, die epidemiologie
dichtbij deze epidemiologie
verder weg die epidemiologie
betrekkelijk voornaamwoord
de epidemiologie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun epidemiologie
onbepaald voornaamwoord
elke epidemiologie
buigings-e
de grote epidemiologie, een grote epidemiologie