Lidwoord voor evenaar
1
de evenaar m
aanwijzend voornaamwoord
deze evenaar, die evenaar
dichtbij deze evenaar
verder weg die evenaar
betrekkelijk voornaamwoord
de evenaar die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun evenaar
onbepaald voornaamwoord
elke evenaar
buigings-e
de grote evenaar, een grote evenaar