Lidwoord voor rekenaar
1
de rekenaar m
aanwijzend voornaamwoord
deze rekenaar, die rekenaar
dichtbij deze rekenaar
verder weg die rekenaar
betrekkelijk voornaamwoord
de rekenaar die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun rekenaar
onbepaald voornaamwoord
elke rekenaar
buigings-e
de grote rekenaar, een grote rekenaar