Lidwoord voor examenvrees
1
de examenvrees v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze examenvrees, die examenvrees
dichtbij deze examenvrees
verder weg die examenvrees
betrekkelijk voornaamwoord
de examenvrees die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun examenvrees
onbepaald voornaamwoord
elke examenvrees
buigings-e
de grote examenvrees, een grote examenvrees