Lidwoord voor expo
1
de expo v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze expo, die expo
dichtbij deze expo
verder weg die expo
betrekkelijk voornaamwoord
de expo die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun expo
onbepaald voornaamwoord
elke expo
buigings-e
de grote expo, een grote expo