Lidwoord voor fabriekshal
1
de fabriekshal v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze fabriekshal, die fabriekshal
dichtbij deze fabriekshal
verder weg die fabriekshal
betrekkelijk voornaamwoord
de fabriekshal die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun fabriekshal
onbepaald voornaamwoord
elke fabriekshal
buigings-e
de grote fabriekshal, een grote fabriekshal