Lidwoord voor gebed
1
het gebed o
aanwijzend voornaamwoord
dit gebed, dat gebed
dichtbij dit gebed
verder weg dat gebed
betrekkelijk voornaamwoord
het gebed dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun gebed
onbepaald voornaamwoord
elk gebed
buigings-e
het grote gebed, een groot gebed