Lidwoord voor geboortebewijs
1
het geboortebewijs o
aanwijzend voornaamwoord
dit geboortebewijs, dat geboortebewijs
dichtbij dit geboortebewijs
verder weg dat geboortebewijs
betrekkelijk voornaamwoord
het geboortebewijs dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun geboortebewijs
onbepaald voornaamwoord
elk geboortebewijs
buigings-e
het grote geboortebewijs, een groot geboortebewijs