Lidwoord voor gehandicaptensport

1

de gehandicaptensport v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze gehandicaptensport, die gehandicaptensport

dichtbij deze gehandicaptensport

verder weg die gehandicaptensport

betrekkelijk voornaamwoord
de gehandicaptensport die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun gehandicaptensport
onbepaald voornaamwoord
elke gehandicaptensport
buigings-e
de grote gehandicaptensport, een grote gehandicaptensport