Lidwoord voor gevechtspauze
1
de gevechtspauze v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze gevechtspauze, die gevechtspauze
dichtbij deze gevechtspauze
verder weg die gevechtspauze
betrekkelijk voornaamwoord
de gevechtspauze die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun gevechtspauze
onbepaald voornaamwoord
elke gevechtspauze
buigings-e
de grote gevechtspauze, een grote gevechtspauze