Lidwoord voor glasservies
1
het glasservies o
aanwijzend voornaamwoord
dit glasservies, dat glasservies
dichtbij dit glasservies
verder weg dat glasservies
betrekkelijk voornaamwoord
het glasservies dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun glasservies
onbepaald voornaamwoord
elk glasservies
buigings-e
het grote glasservies, een groot glasservies