Lidwoord voor heks
1
de heks v
aanwijzend voornaamwoord
deze heks, die heks
dichtbij deze heks
verder weg die heks
betrekkelijk voornaamwoord
de heks die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun heks
onbepaald voornaamwoord
elke heks
buigings-e
de grote heks, een grote heks