Lidwoord voor hometrainer
1
de hometrainer m
aanwijzend voornaamwoord
deze hometrainer, die hometrainer
dichtbij deze hometrainer
verder weg die hometrainer
betrekkelijk voornaamwoord
de hometrainer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun hometrainer
onbepaald voornaamwoord
elke hometrainer
buigings-e
de grote hometrainer, een grote hometrainer