Lidwoord voor honkbalknuppel
1
de honkbalknuppel m
aanwijzend voornaamwoord
deze honkbalknuppel, die honkbalknuppel
dichtbij deze honkbalknuppel
verder weg die honkbalknuppel
betrekkelijk voornaamwoord
de honkbalknuppel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun honkbalknuppel
onbepaald voornaamwoord
elke honkbalknuppel
buigings-e
de grote honkbalknuppel, een grote honkbalknuppel