Lidwoord voor huiscomputer
1
de huiscomputer m
aanwijzend voornaamwoord
deze huiscomputer, die huiscomputer
dichtbij deze huiscomputer
verder weg die huiscomputer
betrekkelijk voornaamwoord
de huiscomputer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun huiscomputer
onbepaald voornaamwoord
elke huiscomputer
buigings-e
de grote huiscomputer, een grote huiscomputer