Lidwoord voor huismoeder

1

de huismoeder v

aanwijzend voornaamwoord
deze huismoeder, die huismoeder

dichtbij deze huismoeder

verder weg die huismoeder

betrekkelijk voornaamwoord
de huismoeder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun huismoeder
onbepaald voornaamwoord
elke huismoeder
buigings-e
de grote huismoeder, een grote huismoeder

Woorden die lijken op huismoeder