Lidwoord voor ideaalbeeld
1
het ideaalbeeld o
aanwijzend voornaamwoord
dit ideaalbeeld, dat ideaalbeeld
dichtbij dit ideaalbeeld
verder weg dat ideaalbeeld
betrekkelijk voornaamwoord
het ideaalbeeld dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun ideaalbeeld
onbepaald voornaamwoord
elk ideaalbeeld
buigings-e
het grote ideaalbeeld, een groot ideaalbeeld