Lidwoord voor invalidenwagen

1

de invalidenwagen m

aanwijzend voornaamwoord
deze invalidenwagen, die invalidenwagen

dichtbij deze invalidenwagen

verder weg die invalidenwagen

betrekkelijk voornaamwoord
de invalidenwagen die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun invalidenwagen
onbepaald voornaamwoord
elke invalidenwagen
buigings-e
de grote invalidenwagen, een grote invalidenwagen