Lidwoord voor iriscopie
1
de iriscopie v
aanwijzend voornaamwoord
deze iriscopie, die iriscopie
dichtbij deze iriscopie
verder weg die iriscopie
betrekkelijk voornaamwoord
de iriscopie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun iriscopie
onbepaald voornaamwoord
elke iriscopie
buigings-e
de grote iriscopie, een grote iriscopie