Lidwoord voor jakobsladder
1
de jakobsladder v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze jakobsladder, die jakobsladder
dichtbij deze jakobsladder
verder weg die jakobsladder
betrekkelijk voornaamwoord
de jakobsladder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun jakobsladder
onbepaald voornaamwoord
elke jakobsladder
buigings-e
de grote jakobsladder, een grote jakobsladder