Lidwoord voor jeugdrechter
1
de jeugdrechter m
aanwijzend voornaamwoord
deze jeugdrechter, die jeugdrechter
dichtbij deze jeugdrechter
verder weg die jeugdrechter
betrekkelijk voornaamwoord
de jeugdrechter die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun jeugdrechter
onbepaald voornaamwoord
elke jeugdrechter
buigings-e
de grote jeugdrechter, een grote jeugdrechter